Statuten

Hoofdstuk I - Algemeen

1. Naam

2. Tijdsduur

3. Zetel

4. Doel en Middelen

 

Hoofdstuk II - Lidmaatschap

5. Leden

6. Toelating als lid

7. Ledenregister

8. Verplichting van de leden - Titels

9. Einde van het lidmaatschap

10. Stemrecht

 

Hoofdstuk III - Ereregels en Huishoudelijk Reglement

11. Ereregels en Huishoudelijk Reglement

 

Hoofdstuk IV - Organen

12. Organen

13. De Algemene Ledenvergadering

14. Het Bestuur

15. De Raad van Toezicht

16. Klachtenbehandeling door de Raad van Toezicht

17.Uitvoering en toezicht sancties

18. De organisatie van de beroepsopleiding en het BMM-examen

 

Hoofdstuk V - Wijziging van de Statuten en ontbinding der Vereniging

19. Wijziging van de Statuten en ontbinding der Vereniging

 

Hoofdstuk VI - Overgangsbepalingen

20. Overgangsbepalingen

 

Hoofdstuk I - Algemeen

 

Artikel 1 - Naam

De Vereniging is genaamd:

"BENELUXVERENIGING VOOR MERKEN- EN MODELLENRECHT (BMM)", in het Frans: "ASSOCIATION BENELUX POUR LE DROIT DES MARQUES ET MODELES - (BMM)".

De officiële talen van de Vereniging zijn het Frans en het Nederlands.

Alle officiële kennisgevingen, notulen, oproepen en beslissingen, door of namens de Vereniging of haar organen aan alle leden gericht, zijn derhalve in het Frans en het Nederlands gesteld.

 

Artikel 2 - Tijdsduur

De Vereniging is opgericht op 6 september 1974 te Brussel en is voor onbepaalde tijd aangegaan.

 

Artikel 3 - Zetel

De Vereniging is gevestigd te 's-Gravenhage, doch zal haar feitelijke zetel hebben op het adres, waar het secretariaat wordt uitgeoefend of op een ander door het Bestuur van de Vereniging te bepalen adres in de Benelux.

 

Artikel 4 - Doel en Middelen

1. De Vereniging stelt zich ten doel:

a) werkzaam te zijn ter bevordering van een optimale bescherming en uitoefening van merken- en modellen rechten in de Benelux;

b) het beschermen, ondersteunen en bevorderen van de gezamenlijke beroepsbelangen van allen, die zich binnen de Benelux beroepshalve met merken en modellen bezighouden;

c) in de Benelux en internationaal werkzaam te zijn als schakel tussen overheid en de belanghebbende kringen van handel en nijverheid;

d) het naar mogelijkheid verschaffen van waarborgen met betrekking tot de kwaliteit van de beroepsuitoefening door en de integriteit van haar leden;

e) het onderhouden van vriendschappelijke betrekkingen met andere organisaties in de Benelux en daarbuiten op het gebied van de intellectuele eigendom.

 

2. De Vereniging tracht deze doelstellingen te verwezenlijken door:

a) het bevorderen van de kennis van het merken- en modellenrecht en van verwante rechtsgebieden, alsmede het adviseren omtrent de wetgeving op dat gebied;

b) het organiseren van een opleiding en van voordrachten, discussies, studiebijeenkomsten en symposia over onderwerpen die verband houden met het merken- en modellen recht en verwante rechtsgebieden;

c) het geven van voorlichting aan het publiek;

d) overleg met organisaties, die de belanghebbende kringen van handel en industrie binnen en buiten de Benelux vertegenwoordigen;

e) het onderhouden van regelmatig contact met het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom;

f) het bevorderen van de uitgave van een tijdschrift, waarin behalve mededelingen betreffende de Vereniging, ook literatuur en rechtspraak zullen zijn opgenomen op het gebied van het merken- en modellenrecht en verwante rechtsgebieden;

g) het toetsen van de vakkennis van degenen, die toegelaten wensen te worden als lid-BMM Erkend Merkengemachtigde van de Vereniging;

h) het naar mogelijkheid geven van regels ter bevordering van een goede, integere en collegiale beroepsuitoefening door haar leden;

i) het instellen van een tuchtrechtspraak tot handhaving van deze regels voor die leden, die aan een dergelijke rechtspraak onderworpen zullen zijn;

j) alle andere wettige middelen, welke het doel van de Vereniging kunnen bevorderen.

 

Hoofdstuk II - Lidmaatschap

Artikel 5 - Leden

1. De Vereniging bestaat uit:

a) gewone leden

b) leden-BMM Erkend Merkengemachtigden

c) ereleden

 

2. Gewone leden

Gewoon lid kan zijn de natuurlijke persoon die zich beroepshalve bezig houdt met het merken- en modellenrecht in een der landen van de Benelux of via een in de Benelux gevestigde werkgever en de natuurlijke persoon die niet aan deze vereisten voldoet maar op basis van hun gemotiveerd verzoek bij wijze van uitzondering is toegelaten door het bestuur.

 

3. Leden-BMM Erkend Merkengemachtigden

Lid-BMM Erkend Merkengemachtigde is het gewone lid dat:

a) het BMM-examen dan wel enig ander door het Bestuur erkend examen met goed gevolg heeft afgelegd;

b) voldoet aan de vereisten zoals gesteld in het Reglement op het Gebruik en Toezicht van het Certificeringsmerk BMM-Erkend Merkengemachtigde en de Regeling Vakbekwaamheid BMM-Erkend Merkengemachtigde en

c) is ingeschreven in het Register BMM-Erkend Merkengemachtigde conform het Reglement op het Gebruik en Toezicht van het Certificeringsmerk BMM-Erkend Merkengemachtigde.

 

4. Ereleden

Erelid kan zijn de natuurlijke persoon, die wegens bijzondere verdiensten voor de Vereniging op voordracht van het Bestuur door de Algemene Ledenvergadering als zodanig wordt benoemd. Een erelid kan tevens een gewoon lid of lid-BMM Erkend Merkengemachtigde zijn. Een erelid behoeft in geen enkele hoedanigheid aan de Vereniging contributie te betalen.

 

 Artikel 6 - Toelating als lid

1. Over de toelating als lid beslist het Bestuur zo spoedig mogelijk na ontvangst van het verzoek om toelating.

2. Het verzoek om toelating als gewoon lid moet vergezeld gaan van een schriftelijke verklaring van twee leden der Vereniging, van wie tenminste één een lid-BMM Erkend Merkengemachtigde is, waarin het verzoek wordt ondersteund en, indien de verzoeker niet voldoet aan de aan gewone leden gestelde eisen zoals vermeldt in artikel 5.2., van een gemotiveerd verzoek aan het Bestuur.

3. Het Bestuur zal de toelating weigeren indien:

a) het verzoek niet vergezeld gaat van het in het tweede lid van dit artikel genoemd stukken;

b) de verzoeker niet voldoet aan de voor het lidmaatschap gestelde vereisten of indien het gemotiveerd verzoek geen aanleiding geeft tot het maken van een uitzondering op deze vereisten;

c) gegronde vrees bestaat dat de verzoeker zich schuldig zal maken aan enig handelen of nalaten dat een lid der Vereniging niet betaamt.

4. Een beslissing als bedoeld in het derde lid wordt niet genomen dan na verhoor of behoorlijke oproeping van de verzoeker. Tegen deze beslissing staat beroep open op de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering middels een aangetekende brief aan het Bestuur binnen twee maanden nadat de beslissing bij aangetekende brief ter kennis van de verzoeker is gebracht.

5. De door het Bestuur ingestelde commissie, de Keurmerkcommissie, laat een gewoon lid als lid-BMM Erkend Merkengemachtigde toe - na ontvangst, toetsing en goedkeuring van een verzoek tot inschrijving in overeenstemming met artikel 3 van het Reglement op het Gebruik en het Toezicht van het Certificeringsmerk BMM-Erkend Merkengemachtigde.

 

Artikel 7 - Ledenregister

De leden zijn verplicht schriftelijk hun adres en eventuele wijzigingen daarvan aan de Secretaris op te geven. Het Bestuur legt een officieel register aan, waarin het ieder lid zal inschrijven, met vermelding van het soort lidmaatschap.

 

Artikel 8 - Verplichting van de leden - Titels

Het lidmaatschap houdt in de verplichting tot nakoming van het bepaalde in de Statuten, de Ereregels en het Huishoudelijk Reglement en voorts van alle besluiten, genomen door het daartoe bevoegde orgaan. Het is aan de leden toegestaan zich naar buiten kenbaar te maken als lid der Vereniging. Uitsluitend het lid-BMM Erkend Merkengemachtigde heeft het recht zich naar buiten kenbaar te maken met gebruikmaking van de aanduiding "BMM Erkend Merkengemachtigde".

 

Artikel 9 - Einde van het lidmaatschap

Het lidmaatschap eindigt:

a) door overlijden;

b) door opzegging per brief aan het Bestuur per eenendertig december van enig jaar, met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden;

c) door ontzetting door het Bestuur, conform het bepaalde in artikel 14 onder 9.

 

Artikel 10 - Stemrecht

Alle in artikel 5 genoemde leden der Vereniging hebben stemrecht.

 

Hoofdstuk III - Ereregels en Huishoudelijk Reglement

 

Artikel 11 - Ereregels en Huishoudelijk Reglement

Er zijn Ereregels en een Huishoudelijk Reglement, die in een apart document nader zijn omschreven. De Ereregels worden vastgesteld en gewijzigd op de wijze voorzien in artikel 19, lid 1. Het Huishoudelijk Reglement wordt vastgesteld en gewijzigd door de Algemene Ledenvergadering bij gewone meerderheid van stemmen.

De Ereregels gelden voor alle in artikel 5 genoemde leden.

 

Hoofdstuk IV - Organen

 

Artikel 12 – Organen

1. De Vereniging heeft de navolgende organen:

a) de Algemene Ledenvergadering;
b) het Bestuur;
c) de Raad van Toezicht.

2. De organen genoemd onder b) tot en met c) zullen zodanig zijn samengesteld, dat naar mogelijkheid de nationaliteiten van de drie Beneluxlanden gelijkelijk zijn vertegenwoordigd.

3. Alleen gewone leden en leden-BMM Erkend Merkengemachtigden kunnen deel uitmaken van de organen genoemd onder b) en c). Tenminste één lid-BMM Erkend Merkengemachtigde zal deel uitmaken van de organen genoemd onder b) en c).

4. Alle leden van de Vereniging kunnen worden benoemd in door het Bestuur ingestelde commissies, met dien verstande dat, behoudens de door het Bestuur te verlenen ontheffing, tenminste één lid-BMM Erkend Merkengemachtigde van een dergelijke commissie deel zal uitmaken.

 

Artikel 13 - De Algemene Ledenvergadering

1. De Algemene Ledenvergadering is het hoofdorgaan van de Vereniging. In de Algemene Ledenvergadering hebben uitsluitend de aanwezige gewone leden, leden-BMM Erkend Merkengemachtigden en ereleden, die niet geschorst zijn, stemrecht, waarbij iedere stemgerechtigde buiten zijn eigen stem slechts één stem bij volmacht kan uitbrengen. Tenzij anders bepaald, beslist de Algemene Ledenvergadering met gewone meerderheid van geldig uitgebrachte stemmen. De Algemene Ledenvergadering benoemt, ontslaat of schorst alle leden van de in artikel 12.1 onder b) tot en met c) genoemde organen. Tenminste éénmaal per jaar legt het Bestuur verantwoording af aan de Algemene Ledenvergadering, met in achtneming van het bepaalde in artikel 14 onder 10; de Algemene Ledenvergadering beslist over décharge.

2. Het Bestuur roept de Algemene Ledenvergadering bijeen, zo dikwijls het dit wenselijk oordeelt, doch tenminste éénmaal per jaar voor één juli. Oproepen geschieden schriftelijk, gericht aan de aan de Secretaris opgegeven adressen. Op schriftelijk verzoek van tenminste een tiende gedeelte van de leden is het Bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een Algemene Ledenvergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het Bestuur de Algemene Ledenvergadering bijeenroept.

3. Elke Algemene Ledenvergadering dient tenminste vier weken voor de vergaderdatum bijeengeroepen te worden. Het Bestuur stelt de agenda vast. De Algemene Ledenvergaderingen vinden plaats binnen de Benelux, te bepalen door de Voorzitter. Ter vergadering kan geen rechtsgeldig besluit worden genomen over enige zaak die niet in de tevoren aan de leden gezonden agenda vermeld staat.

 

Artikel 14 - Het Bestuur

1. Het Bestuur bestuurt de Vereniging. Het heeft de bevoegdheid commissies ad hoc in te stellen en de leden, die deze commissies zullen bemannen, te benoemen; ook niet-leden van de Vereniging kunnen dergelijke commissies als deskundige worden benoemd, doch uitsluitend in uitzonderingssituaties; een niet-lid kan nimmer voorzitter van een commissie zijn.

Het Bestuur beslist in alle gevallen waarin Statuten of Reglementen niet voorzien.

2. Het aantal Bestuursleden is oneven en tenminste vijf. Een Bestuurslid treedt als zodanig af zodra hij de leeftijd van vijfenzestig jaar bereikt heeft.

3. Voorzitter, Vice-Voorzitter, Secretaris en Penningmeester worden aangewezen door de Algemene Ledenvergadering. De overige functies worden in onderling overleg binnen het Bestuur verdeeld.

4. De Voorzitter leidt de Algemene Ledenvergaderingen en de vergaderingen van het Bestuur.

5. De Secretaris of een door het bestuur gemachtigde derde voert de briefwisseling, maakt de notulen van de vergaderingen en beheert het archief.

6. De Penningmeester beheert de geldmiddelen en andere bezittingen van de Vereniging. Hij kan beschikken over tegoeden bij banken en girodiensten. Voor bedragen boven tienduizend EUR behoeft hij medewerking van de Voorzitter of de Secretaris. Per Beneluxland kan een bankrekening worden geopend.

7. De Voorzitter, de Secretaris en de Penningmeester kunnen zich doen vervangen door respectievelijk de Vice Voorzitter, een Adjunct-Secretaris en een Adjunct-Penningmeester.

8. De Vereniging wordt vertegenwoordigd door de Voorzitter en de Secretaris gezamenlijk of door hun vervangers.

9.

a) Het Bestuur heeft de bevoegdheid een lid zoals genoemd in artikel 5 onder 2 tot en met 4 te ontzetten of voor ten hoogste één jaar te schorsen, indien dit lid ondanks aanmaning in gebreke blijft aan de in de Statuten, het Huishoudelijk Reglement, of een besluit genomen door het daartoe bevoegd orgaan, vervatte verplichtingen te voldoen, dan wel in ernstige mate het belang of het aanzien van de Vereniging heeft geschaad;

b) een besluit tot schorsing of ontzetting, anders dan op last van de Raad van Toezicht, kan alleen worden genomen indien het voorstel hiertoe werd geplaatst op de agenda van de desbetreffende Bestuursvergadering en het lid mondeling of schriftelijk is gehoord;

c) behalve indien het Bestuur schorst of ontzet op last van de Raad van Toezicht, heeft het betrokken lid de mogelijkheid om binnen één maand nadat de Secretaris het bestuursbesluit schriftelijk te zijner kennis heeft gebracht, daarvan in beroep te komen bij de Algemene Ledenvergadering;

d) indien het lid van deze mogelijkheid gebruik maakt, draagt de Secretaris er zorg voor dat dit beroep wordt geplaatst op de agenda van de eerstkomende Algemene Ledenvergadering; de ontzetting gaat eerst in na het verstrijken van de beroepstermijn of op het moment, dat de Algemene Ledenvergadering het bestuursbesluit heeft bekrachtigd. De schorsing gaat onmiddellijk in. Gedurende de beroepstermijn en de periode tot het besluit van de Algemene Ledenvergadering is het ontzette lid van rechtswege geschorst. Het lid heeft het recht de Algemene Ledenvergadering bij te wonen en zich aldaar te verweren tegen het bestuursbesluit;

e) het Bestuur is gehouden een besluit tot ontzetting of schorsing te nemen, indien het daartoe last krijgt van de Raad van Toezicht conform het bepaalde in artikel 16;

f) zo het Bestuur is overgegaan tot ontzetting of schorsing van een lid, zal daarvan aantekening worden gedaan in het register bedoeld in artikel 7.

10. Het Bestuur brengt op een Algemene Ledenvergadering, jaarlijks te houden vóór 1 juli behoudens verlenging van deze termijn door de Algemene Ledenvergadering, zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van de nodige bescheiden, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen kalenderjaar gevoerde bestuur. Het legt de balans en de staat van baten en lasten ter goedkeuring aan de vergadering over. De jaarrekening gaat vergezeld van de verklaring van de accountant bedoeld in onderhavig lid. De Vereniging zorgt ervoor dat de opgemaakte jaarrekening en het jaarverslag tegelijkertijd met de oproeping tot de Algemene Ledenvergadering aan de leden worden verzonden. De jaarrekening en het jaarverslag worden tevens ten kantore van het secretariaat van de Vereniging ter inzage gelegd vanaf de dag van de oproeping.

Goedkeuring door de Algemene Ledenvergadering van de in lid 10 bedoelde stukken strekt het Bestuur tot decharge voor zijn bestuur, tenzij de vergadering een voorbehoud maakt.

Indien de jaarrekening gewijzigd wordt vastgesteld, is een afschrift van de gewijzigde jaarrekening kosteloos voor de leden verkrijgbaar.

De Vereniging verleent aan een accountant als bedoeld in artikel 2:393 Nederlands Burgerlijk Wetboek de opdracht om de door het Bestuur opgemaakte jaarrekening te onderzoeken overeenkomstig het bepaalde in lid 3 van dat artikel. Tot het verlenen van de opdracht is de Algemene Ledenvergadering bevoegd of, zo deze daartoe niet overgaat, het Bestuur. De aan de accountant verleende opdracht kan te allen tijde worden ingetrokken door de Algemene Ledenvergadering alsook door het Bestuur indien deze de opdracht heeft verleend. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het Bestuur en geeft de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring weer.

 

Artikel 15 - De Raad van Toezicht

 

1. De Raad van Toezicht ziet toe op de naleving van de Ereregels.

2. De Raad van Toezicht bestaat uit een oneven aantal personen van tenminste drie. Deze worden door de Algemene Ledenvergadering gekozen op voordracht van het Bestuur. De Raad heeft evenveel plaatsvervangende leden als leden. Deze worden op overeenkomstige wijze gekozen.

3. De Raad van Toezicht kiest zijn Voorzitter en Secretaris die als zodanig zullen fungeren voor de duur van hun lidmaatschap van de Raad.

4. De zittingen van de Raad van Toezicht zullen worden gevormd door de leden van de Raad, voorgezeten door de Voorzitter. Ieder lid heeft de plicht zich van de behandeling van de klacht te verschonen, indien hij in een bijzondere relatie tot de beklaagde staat. Zo zulks het geval mocht zijn ten aanzien van de Voorzitter, dan benoemt de Voorzitter een plaatsvervangend Voorzitter uit de overige leden. Zo een lid om de een of andere reden niet in staat is aan de zitting deel te nemen, wijst de Voorzitter een plaatsvervangend lid aan. De Voorzitter wijst tevens één plaatsvervangend lid aan. De Voorzitter wijst tevens één van de zittende leden aan om als griffier te fungeren voor de duur van de behandeling van de desbetreffende klacht.

5. De Raad van Toezicht vergadert minstens éénmaal per jaar. Tijdens deze vergadering besteedt hij aandacht aan de volgende punten:
a. het op instructieve wijze en zonder vermelding van de namen van de betrokkenen vervaardigen van een overzicht van beslissingen, die door de Raad van Toezicht zijn genomen, zulks ter publicatie door het Bestuur;
b. het aan de praktijk toetsen van de bestaande Ereregels en het zonodig uitwerken en voorstellen van verbeteringen en/of aanvullingen.

 

Artikel 16 - Klachtenbehandeling door de Raad van Toezicht

1. Wie zich wenst te beklagen over een handeling van een lid van de BMM wegens overtreding van de Ereregels, richt zich per brief of per e-mail tot de Secretaris van de Vereniging, waarin de klacht wordt toegelicht. Een ieder, al dan niet lid van de BMM, die meent dat hij in zijn belang wordt getroffen door een overtreding van de Ereregels door een lid van de BMM is ontvankelijk in zijn klacht. De Secretaris zendt een ontvangen klacht onverwijld door naar de Voorzitter van de Raad, die de ontvangst daarvan bevestigt aan de Secretaris en de klager.

2. De Raad van Toezicht kan ook besluiten tot het ambtshalve instellen van een onderzoek. In dat geval zal de Raad uit zijn midden een of meer rapporteurs benoemen om het onderzoek uit te voeren en aan de Raad te rapporteren. De Raad kan besluiten om naar aanleiding van het rapport tot een tuchtrechtelijke behandeling over te gaan met inachtneming van de hierna voorziene regels voor de behandeling van klachten. Alsdan geldt dat de rapporteur of rapporteurs niet aan de beraadslaging en besluitvorming deelnemen.

3. 

a) De voorzitter stelt de procestaal vast. Uitgangspunt daarbij zal zijn, dat partijen elkaars argumenten kunnen verstaan en daarop verstaanbaar kunnen reageren. De voorzitter kan bepalen dat van stukken waarop een beroep wordt gedaan, een vertaling in de procestaal wordt ingediend.

b) De voorzitter stelt de procesorde vast.

c) Beslissingen van de voorzitter van de Raad over de procestaal en procesorde zijn geen voor beroep vatbare beslissingen. Zij worden niet aan de Secretaris van het Bestuur verzonden. Dergelijke beslissingen worden (al dan niet) bekrachtigd door de Raad en opgenomen in de beslissing van de Raad op de klacht.

4. 

a) Een klacht moet worden ingediend binnen vijf jaar, te rekenen vanaf het moment waarop de klager kennis heeft genomen van de betreffende gedraging, dan wel vanaf het moment waarop hij in redelijkheid daarvan kennis had kunnen nemen.

b) Een beroep op verjaring kan van de hand worden gewezen, indien blijkt dat klager gegronde redenen had om met het indienen van de klacht te wachten en de beklaagde er daarom in redelijkheid niet op mocht vertrouwen dat klager van het indienen van een klacht heeft afgezien.

c) Steeds zal moeten worden beoordeeld aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval of in redelijkheid de klacht binnen de termijn van vijf jaar had behoren te zijn ingediend.

d) De verjaringstermijn van vijf jaar geldt ook voor het opleggen van sancties na een verricht ambtshalve onderzoek, dat is ingesteld naar aanleiding van een ontvangen klacht.

e) De Raad toetst niet ambtshalve of van verjaring sprake is, behalve in geval van ambtshalve optreden van de Raad; op verjaring moet een beroep worden gedaan. De verjaring kan worden gestuit.

5. De Voorzitter van de Raad van Toezicht zendt onverwijld een kopie van de ontvangen klacht aan de beklaagde, waarin hij de beklaagde informeert over de wijze waarop de klacht zal worden behandeld. Van die brief of e-mail zendt hij een kopie aan de klager en aan de leden van de Raad. Indien de inhoud van de klacht daartoe naar zijn oordeel aanleiding geeft, kan hij in contact treden met klager en beklaagde in een poging de kwestie in der minne te regelen. Indien de Voorzitter de klachtprocedure inleidt, zal hij eerst in overleg treden met de leden van de Raad om te bepalen welke drie leden de zaak zullen behandelen. Indien de Voorzitter zich van de behandeling van de zaak moet verschonen, zullen de leden die de zaak behandelen uit hun midden een Voorzitter voor de behandeling van de zaak aanwijzen. Indien de Voorzitter vervolgens de partijen in de gelegenheid stelt de klacht schriftelijk te behandelen, zal de beklaagde steeds als laatste zijn argumenten mogen indienen. Als de partijen na de schriftelijke uitwisseling van argumenten te kennen geven geen behoefte te hebben aan een zitting voor de mondelinge behandeling van de zaak en die behoefte ook niet bestaat bij de behandelende leden van de Raad, sluit de Voorzitter het debat tussen partijen en zal de Raad zo spoedig mogelijk uitspraak doen op de klacht. De beklaagde en de klager kunnen zich door een raadsman laten bijstaan.

6. Wanneer de beklaagde niet binnen de door de Voorzitter gestelde redelijke termijn reageert op de ingediende klacht, is de Raad bevoegd een beslissing te geven op basis van de klacht, zoals die bij haar is ingediend. Die beslissing wordt door de Voorzitter aan de Secretaris van de BMM gezonden, die de beklaagde daarvan per aangetekend schrijven op de hoogte stelt met mededeling dat hij de mogelijkheid heeft binnen veertien dagen per brief of e-mail een gemotiveerd verzet aan te tekenen tegen deze beslissing. Wanneer de beklaagde van die mogelijkheid gebruik maakt, zendt de Secretaris die brief of e-mail onverwijld door aan de Voorzitter van de Raad, die vervolgens het verzetschrift aan de klager zendt en hem een redelijke termijn stelt voor zijn schriftelijke reactie. Daarna stelt hij de beklaagde in de gelegenheid daarop schriftelijk te reageren binnen een door hem te stellen redelijke termijn. Het bepaalde in lid 3 is voor zo ver mogelijk van overeenkomstige toepassing.

7. De zitting is niet openbaar. De datum van de zitting wordt door de Voorzitter vastgesteld na ontvangst van de verhinderdagen van partijen. De beklaagde en de klager kunnen zich (ook) bij de mondelinge behandeling door een raadsman laten bijstaan. Is een zitting bepaald en verschijnen partijen of één van hen niet, dan is de Raad bevoegd naar bevind van zaken te handelen en eventueel te beslissen op basis van informatie die ter zitting is verkregen van de wel verschenen partij. Is de zitting niet voorafgegaan door een schriftelijke toelichting door klager en beklaagde, dan wordt jegens de niet ter zitting verschenen beklaagde verstek verleend en gehandeld overeenkomstig het bepaalde in lid 4.

8. De Raad zal geen beslissingen nemen op stukken, waarvan de beklaagde geen kennis heeft kunnen nemen, behoudens voor zover deze uitdrukkelijk heeft verklaard daartegen geen bezwaar te hebben. De Raad vermag slechts dan sancties op te leggen, indien ten laste van het betreffende lid een schending van de Ereregels is bewezen.

Dienaangaande kan de Raad en/of de beklaagde getuigen doen horen. Geen getuige zal worden gehoord zonder dat de beklaagde in de gelegenheid is gesteld het verhoor bij te wonen en aan de getuige vragen te stellen.

9. Alle beslissingen van de Raad van Toezicht worden genomen met gewone meerderheid van stemmen, zijn met redenen omkleed en zijn niet uitvoerbaar bij voorraad. Zij worden door de Voorzitter van de Raad van Toezicht in drievoud aan de Secretaris van de Vereniging gestuurd, die ze onverwijld per aangetekend schrijven verstuurt aan de klager en de beklaagde met mededeling van de mogelijkheid van beroep.

10. De klager en de beklaagde kunnen binnen twee maanden na verzending van de beslissing per aangetekend schrijven beroep aantekenen bij het Bestuur, waardoor de uitvoerbaarheid van de beslissing wordt opgeschort.  Het Bestuur is uitsluitend bevoegd te toetsen of de Raad van Toezicht in redelijkheid tot haar oordeel is kunnen komen (de zogenaamde marginale toetsing), en laat de gang naar de bevoegde rechter onverlet.

11. De Raad van Toezicht zal rechtspreken met inachtneming van eventueel door de Raad zelf vastgestelde regelen. Dergelijke regelen zullen slechts gelden, indien en voor zover ze aan de leden van de Vereniging zijn kenbaar gemaakt.

12. De Raad kan de volgende sancties opleggen:

  1. waarschuwing:
  2. berisping;
  3. schorsing voor ten hoogste één jaar;
  4. ontzetting;
  5. tijdelijke of definitieve schrapping uit het Register BMM Erkend Merkengemachtigde, als bedoeld in het Reglement op het Gebruik en het Toezicht van het Certificeringsmerk BMM-Erkend Merkengemachtigde, waardoor ieder gebruik van het Keurmerk verboden is.

De Raad beslist of de uitspraak zal worden gepubliceerd in het BMM Bulletin

13. De Raad kan in de beslissing bepalen dat de klager en/of de beklaagde een door de Raad vast te stellen bedrag zullen moeten betalen aan de Penningmeester van de Vereniging als vergoeding voor de kosten van de procedure voor de Raad, zoals de kosten van zaalhuur, vertalingen en deskundigenonderzoek. Onder die kosten worden niet begrepen de kosten van partijen.

14. Tegen een beslissing van de Raad van Toezicht staat uitsluitend beroep open bij het Bestuur conform het bepaalde in lid 7 van dit artikel.

 

Artikel 17 – Uitvoering en toezicht sancties

Het Bestuur voert de sanctie uit die door de Raad van Toezicht is opgelegd en ziet toe op de handhaving ervan.

 

Artikel 18 - De organisatie van de beroepsopleiding en het BMM-examen

1. Het Bestuur is gelast met het organiseren van een Beroepsopleiding Merken- en Modellengemachtigde en kan deze bevoegdheid delegeren aan de Beneluxstichting Beroepsopleiding voor Merken- en Modellenrecht en/of een andere derde.

2. Het Bestuur is gelast met het afnemen van het BMM-examen of enig ander door het Bestuur erkend examen en kan deze bevoegdheid delegeren aan de Beneluxstichting Beroepsopleiding voor Merken- en Modellenrecht en/of een andere derde.

 

Hoofdstuk V - Wijziging van de Statuten en ontbinding der Vereniging

 

Artikel 19 - Wijziging van de Statuten en ontbinding der Vereniging

 

1. De Statuten kunnen slechts worden gewijzigd bij een meerderheid van twee derde der stemmen uitgebracht in een Algemene Ledenvergadering door de aanwezige of bij volmacht vertegenwoordigde, stemgerechtigde leden. 

De Secretaris draagt er zorg voor, dat de convocatie voor de desbetreffende Algemene Ledenvergadering vergezeld gaat van een met redenen omkleed voorstel tot wijziging van de Statuten.

Een door de Algemene Ledenvergadering aangenomen wijziging laat onverlet de rechten verkregen krachtens de Statuten zoals die luidden voor de wijziging.

2. De Vereniging kan slechts worden ontbonden bij een meerderheid van twee derde der stemmen uitgebracht in een vergadering waarin tenminste de helft van alle stemgerechtigde leden persoonlijk aanwezig is. Indien bij de eerste vergadering een onvoldoende aantal stemgerechtigde leden aanwezig is, zal na herhaalde oproep een nieuwe vergadering worden gehouden over hetzelfde onderwerp, waarin wordt beslist met een meerderheid van twee derde der stemmen, ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden. Het Bestuur is belast met de liquidatie. Het eventuele batig saldo dient aan een instelling van gelijke strekking te worden overgemaakt, die als opvolgster mag worden beschouwd. Bij ontstentenis van een opvolgster wordt het saldo overgemaakt aan een instelling van liefdadigheid.

 

Hoofdstuk VI - Overgangsbepalingen

 

Artikel 20 - Overgangsbepalingen

Per inwerkingtreding van de in 2022 aangepaste statuten wordt de titel “lid-BMM gemachtigde” vervangen door “lid-BMM Erkend Merkengemachtigde”. De leden-BMM gemachtigden zoals vermeld in de voormalige statuten moeten na inwerkingtreding voldoen aan de verplichtingen, die gelden voor de leden-BMM Erkend Merkengemachtigden, voortvloeiende uit de Regeling Vakbekwaamheid BMM-Erkend Merkengemachtigde en het Reglement op het Gebruik en het Toezicht van het Certificeringsmerk BMM-Erkend Merkengemachtigde.

 

Geconsolideerde versie 24-03-2022